Eén van de twee nog jonge amandelbomen gaf dit jaar al tamelijk veel oogst; zodra de noten in hun groen-bruine fluwelen schil gevallen zijn, zijn ze rijp.
In sommige culturen wordt de onrijpe amandel als fruit gegeten. De noot van binnen is dan nog zacht en wordt beschouwd als een delicatesse. Bij het verwijderen van de schillen tref je aan de binnenkant vaak een kleverige, gel-achtige substantie aan, als overblijfsel van het vruchtvlees.
Binnen de schil zit dus de noot, en daarin de pit; de eigenlijke amandel. De noot heeft veel weg van de pit van abrikoos of perzik, beide steenvruchten. En de amandel is dat dus ook. Die keiharde noot kraken met een gewone notenkraker is onbegonnen werk. De beste handmatig methode is om de noot in een tang vast te houden, met de scherpe punt naar beneden op een hard oppervlak ( steen, bankschroef, etc.). En dan met een stevige hamer er een gecontroleerde tik op te geven. De noot splijt dan netjes open en je kan een mooi gave amandel eruit pakken.